Faith musings in an exciting world

Hij is opgevaren...

06/02/2019 15:20

[Ps. 110; Lc. 24:49-53]

 

Vrede zij met u allen, die één bent in Christus. Amen.

 

 

Uit het Marcusevangelie hoofdstuk 16:

 

“Nadat hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer Jezus in de hemel opgenomen

en nam hij plaats aan de rechterhand van God. En zij gingen op weg om overal het

nieuws bekend te maken. De Heer hielp hen daarbij en zette hun verkondiging

kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen.” (Mc. 16:19-20)

 

 

Met Kerst vieren we de geboorte van Jezus, met Pasen vieren we zijn opstanding: allemaal heel tastbaar.

 

Met Hemelvaart verdwijnt Jezus uit het zicht: hij is niet langer lichamelijk aanwezig, het rechtstreekse contact lijkt weg en dat voelt als een groot gemis.

Misschien waren de apostelen het in de veertig dagen na de opstanding wel zo gewend geraakt, om Jezus terug te hebben, dat ze stiekem hoopten dat alles terug zou worden als voorheen.

 

Nu, we kunnen eindeloos discussiëren over hoe Jezus’ al dan niet tegenwoordig is in het Heilig Avondmaal, maar hoe het ook zij, het verhaal van Jezus op aarde is ten einde – ietwat abrupt- hij loopt hier niet meer rond.

 

Het enige dat schijnbaar overblijft, is een belofte: Jezus zal terugkomen, zo zeggen we het in de geloofsbelijdenis, en dan zal hij opnieuw fysiek aanwezig zijn, opnieuw de leiding nemen.

 

 

Hemelvaart is een beetje een ondergewaardeerd feest.

 

Dat is zeker begrijpelijk, want hoe vier je het feit dat iemand uit de doden opstaat, verrijst, en dan toch vertrekt, dan toch weggaat?!

Wat was het nut van de opstanding, als het resultaat toch hetzelfde blijft: Jezus is weg en Hemelvaart is daar het – ‘spijtige’- bewijs van.

 

Akkoord, we hebben een vrije donderdag en de meesten van ons hebben zelfs een lang weekend. Misschien is er een dienst in de kerk die dag, misschien ook niet.

 

Maar er zijn geen versieringen om op te hangen, geen bomen of takken om te versieren, geen kadootjes die worden uitgewisseld of speciale gerechten. Er bestaan al helemaal geen specifieke ‘Hemelvaartfilms’ die we op deze dag met het hele gezin gezellig op de tv kunnen bekijken.

 

In vergelijking met Kerst en Pasen, lijkt Hemelvaart maar een saaie bedoening.

 

Dus dan stelt zich de vraag: wat vieren we eigenlijk met Hemelvaart?

Of is het alleen maar herdenken en jammer vinden dat we Jezus ‘kwijt zijn’?

 

In het Johannesevangelie hoofdstuk 1 lezen we:

 

“In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.” (Jn 1:1)

 

Jezus de Christus, was bij God toen alles wat bestaat ontstond en het was net door hem dat het ontstaan is.

 

Omdat God een God is die begaan is met zijn schepping, belijden we dat dit Woord, deze Jezus “om ons mensen en om onze zaligheid, is neergekomen uit de hemel”. Zo staat dat in de Geloofsbelijdenis van Nicea geformuleerd.

 

Jezus, de God-mens, leefde, preekte, leerde en stierf hier op aarde om het Nieuwe Verbond in zijn bloed te volbrengen en ons mensen terug in relatie te brengen met de Vader, zodat we God God laten zijn in ons leven en wij mensen onze menselijkheid ten volle ervaren en uitdragen.

 

En toen kwam Jezus terug uit de dood, voer ten hemel en “zit aan de rechterhand van de Vader en zal weerkomen met heerlijkheid om te oordelen de levenden en de doden”, zegt diezelfde geloofsbelijdenis.

 

Jezus is dus naar de Vader teruggegaan om op een bepaald moment naar de aarde weer te keren en de hele mensheid te oordelen.

 

We weten niet wanneer dit oordeel zal plaatsvinden en er zijn vele groepen die daarover maar al te graag speculeren en mensen angst aanjagen en hen terloops geld aftroggelen.

“Zij hebben hun loon reeds!”

 

Het feit dat Jezus op aarde zal terugkomen is een belofte, geen dreigement!

 

 

Waarom kon Jezus dan niet gewoon bij ons blijven, tot de tijd voor het oordeel daar is? Is al dat heen- en weergereis nu echt nodig?

 

Dat zou betekenen dat zijn rol alleszins tot die tijd zou zijn uitgespeeld, want wat zou Jezus tot die dag hier zitten doen?

 

Hij zou meer mensen kunnen genezen, zeker, nog meer gelijkenissen kunnen vertellen bijvoorbeeld.

Of hij zou nog meer heilige huisjes en tafels kunnen omgooien, tegen nog meer gevoelige religieuze en politieke schenen stampen.

Misschien zou men hem zelfs opnieuw ter dood veroordelen en executeren (in sommige landen zou het risico alleszins veel groter zijn dan in andere; in sommige landen mogen we er zeker van zijn dat dit zou gebeuren…en in sommige kerken ook!).

 

 

De Schriften geven ons antwoorden:

 

“Wees niet ongerust, maar vertrouw of God en op mij. In het huis van mijn Vader

zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie zal

maken.” (Jn. 14: 1-2)

 

“Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je

zal zijn: de Geest van de waarheid.” (Jn. 14:16-17)

 

“Daarom moest hij in alles gelijk worden aan zijn broeders en zusters; alleen dan

zou hij in aangelegenheden tussen God en zijn volk een barmhartige en

betrouwbare hogepriester zijn, die verzoening bewerkt voor hun zonden.” (Hbr.

2:17)

 

“Nu wij een hooggeplaatste hogepriester hebben die de hemel is doorgegaan,

Jezus, de Zoon van God, moeten we vasthouden aan het geloof dat we belijden.

Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan

meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit

verschil dat hij niet vervallen is tot zonde. Laten we dus zonder schroom naderen

tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben

barmhartigheid en genade vinden.” (Hbr. 4:14-16)

 

Samengevat:

 

· Er worden voor ons kamers voorbereid,

· Er wordt ons een andere Trooster beloofd en gegeven,

· Er wordt verzoening voor onze zonden bewerkt,

· Wij hebben een hogepriester – in wiens hogepriesterschap wij trouwens delen door onze doop- en deze hogepriester kent onze fouten en daarom vinden wij telkens opnieuw vergiffenis en bijstand.

 

 

Dit alles maakt deel uit van de voortdurende cyclus van Gods omzien naar de schepping, naar zijn interesse voor en bemoeienissen met de schepping.

 

God laat inderdaad het werk van zijn hand niet los.

 

God is de God die telkens opnieuw de eerste stap zet, telkens opnieuw met zijn volk bezig is, telkens opnieuw met oplossingen komt, genade schenkt, liefde geeft, hoop opwekt.

Telkens opnieuw.

 

Voor ons.

In ons belang.

Voor u en u en u en u

 

Dat is niet egocentrisch of individualistisch bedoeld, maar het is wel heel persoonlijk.

In veel met name protestantse kringen is de balans jammerlijk doorgeslagen en horen we enkel nog ‘ikke, ikke, ikke en de rest…’.

Daar wordt de persoonlijke Redder als persoonlijk bezit beschouwt.

 

Maarten Luther, de Duitse hervormer, schreef daarover in zijn Kleine Catechismus (1529):

 

“…in welke christenheid [de Geest] mij en alle gelovigen dagelijks alle zonden

rijkelijk vergeeft en op de jongste dag mij en alle doden zal opwekken en mij met

alle gelovigen in Christus een eeuwig leven zal geven. Dat is zeker waar.” (KC, Het

Geloof – derde artikel, van de heiliging)

 

Net omdat Jezus naar de hemel is opgevaren, kan hij ons nog beter bijstaan.

Net omdat hij aan de rechterhand van God zit, kan hij onze verkondiging in woord en daad kracht bijzetten.

 

Met Hemelvaart is de cirkel rond, het Woord is naar de rechtmatige plaats teruggekeerd.

Ook wij mogen onze rechtmatige en volwaardige plaats in de schepping innemen.

In onze Vaders huis zijn vele plaatsen, zowel in het hier en nu als achteraf.

Aangezien dit voor iedereen geldt, is het dus overduidelijk dat iedereen gevraagd wordt om betrokken te zijn, net zoals God betrokken is.

 

Wij moeten ook plaats maken voor anderen.

Wij horen ook anderen te troosten, te begeleiden, voor anderen te pleiten, voorsprekers te zijn.

Wij moeten ook verzoening nastreven, barmhartig zijn en betrouwbaar, als hogepriesters die voor elkaar en onszelf overal en altijd voorspraak doen.

 

 

Hemelvaart vraagt een beetje meer aandacht en een beetje meer enthousiasme en niet enkel voor de vrije dag of het lange weekend. De gebeurtenissen van die dag worden per slot van rekening op drie plaatsen in het Nieuwe Testament vertelt en dat wil toch iets zeggen.

 

In veel plaatsen waar de Hemelvaartsdonderdag geen officiële feestdag is, verplaatsen veel kerken de viering naar de zondag daarop, zoals wij hier vanmorgen ook gedaan hebben.

Dat opent de mogelijkheid om er meer aandacht aan te besteden, om de Bijbelse teksten in chronologische volgorde te lezen, want volgende week volgt het hoogfeest van Pinksteren (ook een feest dat voor velen niet erg tastbaar aanvoelt).

 

Het draait niet enkel om een gemis, maar ook een belofte en om een vervollediging.

 

Hemelvaart betekent niet het tegenovergestelde van Pasen, van Jezus die van het dodenrijk terugkomt, om dan toch weer te vertrekken.

Integendeel, Hemelvaart onderstreept de opstanding, dik en dubbel.

 

Jezus’ reis op aarde mag dan voorbij zijn, zijn werk en inzet voor de aarde en allen die daarop leven is nog lang niet klaar.

De heilsgeschiedenis loopt door.

 

En vandaag roept op om ons eigen hogepriesterschap ter harte te nemen, een ambt en een geschenk dat we in onze doop hebben ontvangen en dat we ons levenslang mogen bekleden en uitvoeren.

 

 

“Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie

midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie

hem naar de hemel hebben zien gaan.’” (Hnd. 1:11)

 

 

Barmhartigheid zij u, vrede en liefde, in overvloed. Amen.