Faith musings in an exciting world

Jezus laat zich overtuigen

08/26/2017 11:10

Tenth after Trinity

[Rom. 11:1-2a, 29-32; Mt. 15:21-28]

Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus onze Heer. Amen.

 

Haar naam is niet gekend.

We weten alleen dat ze een Kanaänitische vrouw was, uit de regio van Tyrus en Sidon, een niet-joodse regio, een regio in het huidige Libanon.

Ze was dus een heidense, een erfgename van een volk van wie God eigenlijk gezegd had dat ze moesten uitgeroeid worden (Deut. 20:17); dat is dus blijkbaar niet gebeurd en maar goed ook.

Markus hoofdstuk 7 in hetzelfde verhaal noemt haar een Syro-Fenicische, een afstammelinge van dat beroemde zeevaardersvolk. Wat haar exacte etniciteit of identiteit ook was, we weten dat ze niet joods was en dus moest gemeden worden.

Haar naam is niet gekend.

We weten alleen dat de vrouw moeder was, dat ze een dochter had die erg leed, aan wat precies weten we niet, alleen dat de moeder het als bezetenheid bestempelde, waarschijnlijk omdat haar omgeving dat ook deed.

Haar naam is niet gekend.

We weten ook dat de vrouw over Jezus had gehoord, want ze spreekt Hem aan met Zijn gekende titel van ‘Zoon van David’.

Ze vraagt om Zijn medelijden, werpt zich letterlijk aan zijn voeten; ze is ervan overtuigd dat deze jood, deze rabbijn, deze ‘bijzondere’ man haar dochter kan genezen, kan redden en van de demon kan bevrijden.

 

Jezus twijfelt.

Het is niet een werkwoord dat we dikwijls met Hem in verband brengen; maar toch, Jezus twijfelt.

 

In een bijna paniekbeweging, om de vrouw te doen zwijgen, vergelijkt Hij haar volk met honden, een onrein dier voor joden.

Met andere woorden, Jezus beledigt haar en doet dit publiekelijk. En Hij zegt dit terwijl Hij nota bene zelf naar een niet-joods gebied is getrokken.

Haar situatie belangt Hem niet aan, Hij is gekomen om Zijn volk te redden en te leiden; het lijkt wel alsof Hij over andere volkeren nog niet eens had nagedacht.

Ze laat het langs zich heengaan en komt met haar nu gekende en recht voor de raap antwoord: ook zij die aan de rand leven, die door omstandigheden letterlijk op de grond liggen, ook zij hebben honger, ook zij verlangen om gehoord te worden.

 

En dan voor de eerste keer, misschien wel de enige keer in de Evangelies, laat Jezus Zich overtuigen.

“Groot is uw geloof.”, zegt Hij.

Jezus weet zich terechtgewezen, Hij lijkt niet enkel overtuigd, maar ook zeer onder de indruk.

Dit had Hij blijkbaar niet verwacht. Dit had Hij blijkbaar niet zien aankomen.

De discipelen hadden Hem nochtans gevraagd deze Kanaänitische, onzuivere vrouw weg te sturen. Ze waren blijkbaar bang van haar, bang dat ze hen zou bezoedelen. Maar toch ging Jezus het gesprek met haar aan, al was het maar om haar op haar plaats te zetten.

 

Dan leert Jezus iets belangrijks: het is alsof Hij Zich voor het eerst ten volle bewust wordt van Zijn taak, van Zijn eigen roeping.

Ook deze Kanaänitische en haar dochter horen erbij.

Jezus getuigt deze keer openbaar niet van haar onreinheid, maar van haar groot geloof.

 

En dan volgt de genezing.

 

Paulus maakte er een punt van om duidelijk te maken dat deze genezing, deze aanvaarding wel degelijk voor iedereen bestemd is.

De aanwezigheid en bekommernis, de interesse van God belangt ieder aan en wordt dus ook ieder vrij geschonken, wie we ook zijn, waar we ook leven, in welke levensfase dan ook.

In zijn brief aan de Romeinen gebruikt Paulus op het eerste zicht een beetje een rare en ietwat tegenstrijdige vergelijking om dit te onderstrepen, maar uiteindelijk is het resultaat voor iedereen hetzelfde: een diepe ontferming voor ons allen, letterlijk een luisterend oor en een oprecht medeleven.

Allen, niet de enkele, maar allen.

 

En dus zijn ook wij geroepen om dit uit te dragen, zelfs naar hen toe waar we op het eerste zicht, aan de oppervlakte, niets gemeenschappelijk me hebben, net zoals in de ontmoeting van een joodse rabbijn en een heidense vrouw.

“De genade die God schenkt neemt Hij nooit terug…”, schrijft Paulus in vers 29.

De NBG51-vertaling gebruikt hier “Want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk.”

‘Onberouwelijk’: blijvend en zonder aarzeling, een krachtig signaal dat schreeuwt om gehoord en beantwoord te worden.

Een geschenk met een opdracht, niet als voorwaarde, maar als gevolg.

 

Gunnen we onszelf deze aanvaarding? Gunnen we het de ander?

Gunnen we het de vluchteling, de dakloze en de arme, de holebi, de anders- of niet-gelovige, de mindervalide; gunnen we het de bankier, de politicus, de vervelende buur die ‘s zondag het gras maait, de collega die graag de eer opstrijkt, of zelfs de extreem-rechtse neo-nazi… en laten we wel wezen, mensen maken het ons niet altijd gemakkelijk.

Maar gunnen we hen, die ander, deze ontmoeting met de Heer, dit luisterend oor, deze genezing?

Of is erbij horen dan toch maar iets exclusiefs, iets waar we graag grenzen aan stellen en regeltjes aan verbinden en toegangsvoorwaarden aan knopen?!

Neen, een resoluut neen! Onze roeping houdt elk van ons in en elk van de ander!

Waarom? Omdat de Scheppers schepping nu eenmaal een fantastisch en positief geheel vormt!

 

Het gaat echter niet enkel om ‘tolereren’.

Woorden én daden!

Jezus gedoogde niet enkel dat de Kanaänitische in Zijn buurt kwam, hoewel de discipelen dit al een stap te ver vonden.

Jezus debatteerde met haar en luisterde aandachtig naar wat ze te zeggen had, naar wat ze Hem te leren had.

Het bleef niet bij een theologisch gesprek over wie wel en wie niet, echte genezing volgde.

De theorie werd een feit, een realiteit.

 

Deze liefde, deze inclusiviteit mag niet enkel een mooi begrip blijven, daarvoor zijn de gevolgen ervan te groots, te belangrijk.

Jezus luisterde en werd overtuigd, en dan volgde genezing.

Liefde, mededogen als een daad van herstel, als een voortdurende daad van schepping.

 

Elk jaar organiseert de Evangelical Lutheran Church in America, de Evangelisch-Lutherse Kerk in Amerika, een zondag waar de diaconie, de dienstbaarheid aan de naaste, nog eens extra in de verf wordt gezet. Dit jaar gaat de actie door op 10 september.

Lidkerken en individuele leden worden aangemoedigd om hun buurten in te gaan en plaatselijke projecten te organiseren of te steunen. Soms zijn dit projecten waar de geloofsgemeenschap al jaren bij betrokken is, soms zet men zelf iets nieuws op poten en stimuleert men de buurtbewoners om deel te nemen.

Voor deze dag van de diaconie worden speciale t-shirts gemaakt met de slogan ‘God’s work, our hands’, ‘Gods werk, onze handen’.

Het maakt overduidelijk waar de bron voor deze onderneming, niet alleen op die specifieke zondag, maar ook doorheen het hele jaar, ligt.

 

De theorie wordt werkelijkheid, het gesprek, de leer wordt omgezet in daden.

We zijn geschapen en gerechtvaardigd, we zijn vrijgemaakt om te dienen, net zoals de Heer der heren kwam om te dienen.

En het is niet aan ons om te beslissen, te triëren zo u wil, wie we dienen.

 

We zijn dit citaat al eens eerder tegengekomen, het komt van de 16e eeuwse rooms-katholieke heilige en mystica Theresa van Avila:

 

            “Christus heeft geen lichaam op aarde,

Behalve dat van jou,

Geen handen,

Behalve die van jou,

Geen voeten,

Behalve die van jou.

Het zijn jouw ogen die Christus’ medeleven voor de wereld moeten uitstralen;

Het zijn jouw voeten waarmee Hij gaat om goed te doen;

En het zijn jouw handen waar Hij ons nu mee moet zegenen.”

 

Haar naam is niet gekend en toch verschijnt ze tot wel tweemaal toe in de Evangelieverhalen.

Haar naam is niet gekend, maar ze maakte deel uit van Jezus’ ervaringen en Zijn boodschap.

 

De Kanaänitische vrouw had geen naam. Haar afkomst en aanwezigheid waren niet gewenst.

Toch luisterde Jezus naar haar, was Hij onder de indruk en genas haar dochter, heelde hun toekomst.

 

Misschien symboliseert deze vrouw, deze dame met een rotsvast geloof en radde tong, wel ons allen; het doet er niet toe wie we zijn, wat onze afkomst is of onze etniciteit; het maakt niet uit waar we vandaan komen, waar we wonen.

We hebben allen recht op menselijkheid. We hebben allen recht om gehoord te worden en te luisteren.

Dan komt genezing.

 

“Groot is uw geloof.”, zei Jezus.

 

En de liefde Gods die all verstand te boven gaat, beware uw harten en geesten in Christus Jezus. Amen.