Faith musings in an exciting world

Psalmen en parabels

07/27/2020 10:17

[Ps. 119: 121-128; Mt. 13:44-52]

 

Heer, kom met uw Geest en open onze oren en onze harten. Amen.

 

We kunnen met enige zekerheid zeggen dat de Psalmen voor het Oude Testament en de parabels of gelijkenissen voor het Nieuwe Testament voor veel christenen de favoriete bijbelpassages zijn. Het zijn bekende teksten en bekend maakt in dit geval zeker bemind.

 

Het zijn liturgische teksten, didactische teksten, teksten met een veelgelaagdheid en tevens heel simpele, toegankelijke teksten. Doopvieringen, huwelijken, begrafenissen, de Psalmen en parabels lenen zich voor veel verschillende gebeurtenissen. Het zijn teksten met een zekere flexibiliteit, maar tegelijk bieden ze een houvast voor veel mensen.

 

Die liefde voor de Psalmen en de gelijkenissen vertelt ons ook iets over de relatie van veel christenen met de Bijbel in zijn geheel. Die relatie met wat het Woord van God wordt genoemd, heeft al menig inkt en jammer genoeg ook bloed doen vloeien.

 

Voor de Rooms-katholieke Kerk beslist enkel het magisterium, de paus bijgestaan door bisschoppen en theologen, over de juiste interpretatie van de Bijbel. De Traditie -met hoofdletter T- is net zo belangrijk als de Bijbel en beiden zijn aan de Kerk in bewaring gegeven. Voor Luther gebeurde elke lezing van de Schrift door de lens van de persoon Jezus; de Schriften zijn de kribbe waar men het Christuskind vindt. Een bijbeluitleg en -preek gebeurt volgens een strikte basismethode van Wet en Evangelie en voor Luther was niet elk bijbelboek even belangrijk of even gezaghebbend. Voor Calvijn was het de Heilige Geest die de gelovigen in hun bijbellezing bijstond. De Geest garandeert dat elke betekenis die diffuus of onduidelijk is, helder wordt en dat de gelovige de autoriteit van de Bijbel in geloof aanneemt. De Geest en het Woord gaan hand in hand.

 

Door de eeuwen heen dus, hebben kerkleiders en bijbelgeleerden die relatie met de Schriften in goede banen trachten te leiden. De Reformatie heeft ons sola Scriptura, de Bijbel alleen, geleerd, d.w.z. de Bijbel als de enige norm die alle andere normen normeert, norma normans. Maar wat dan met al de collectieve ervaringen van christenen door de eeuwen heen? Kan men de Schepper ook in zijn schepping vinden? Is de Bijbel onfeilbaar? Lezen we best enkel bepaalde passages en negeren we de rest? Misschien dan toch maar prima Scriptura, niet enkel en alleen de Schrift maar wel eerst en vooral.

 

 

Want hoe we de Bijbel lezen, bepaalt mede rechtstreeks hoe we met anderen omgaan. Hoe strikter de lezing -en dan is een interpretatie zelfs niet meer nodig- hoe minder liefdevol we anderen behandelen, lijkt het wel. Een bijbelvaste zekerheid is helemaal geen garantie voor liefde en mededogen. Van al diegenen die beweren dat ze enkel doen wat de Bijbel zegt, zouden we toch mogen verwachten dat zij naastenliefde, geduld en empathie hoog in het spreekwoordelijke vaandel dragen. Waar is anders de compassie en vergeving die de Bijbel verkondigt? Wat blijft dan nog over van de oproep om elkaar te dienen? Wat nut heeft onze christelijke opdracht in de wereld dan nog?

 

Anders vervallen we in een wetticisme en vaak ook biblicisme, waarbij de Bijbel enkel een wetboek wordt of erger nog het onderwerp van onze aanbidding. Nochtans schreef Sint Augustinus reeds in de 4e-5e eeuw dat een volledige en perfecte kennis van de Bijbel ons in dit leven niet gegund is (De doctrina christiana) en dat sommige bijbelpassages metaforisch bedoeld zijn (De Genesi ad literam).

 

De slag om de juiste bijbelinterpretaties is ook de cultuuroorlog binnengeglipt, waar de medemens enkel en alleen nog een tegenstander is, vaak een politieke tegenstander. De Bijbel is dan een wapen of een wapenbroeder in de strijd om het eigen gelijk. Diezelfde Augustinus waarschuwde al dat we de Bijbel enkel met nederigheid en in gebed mogen benaderen.

 

Wie meent dat in de Schriften geen plaats is voor twijfel, dat Gods wetten boven alles staan en dat zij slechts met één stem spreken, moet dringend eens een Psalm luidop lezen of de toonzetting ervan beluisteren of de uitbeelding van een parabel in een schilderij bekijken. Daar leert men alle menselijke emoties ervaren, daar leert men hoe verhalen worden verteld, daar ontmoet men God in de verschillende schakeringen die we in anderen ook tegenkomen.

 

En een liefdevolle interpretatie van de Schriften betekent helemaal niet een soort van liberaal relativisme, net het omgekeerde: wie de Bijbel ernstig neemt, weet dat de God van de Bijbel op de eerste plaats komt. Dan wordt het Woord van God een woord van leven, van openheid, van menselijkheid. Onze God is een levende, opgestane God en het Woord roept op tot leven. Dan wordt het Woord van God een gebed en het gebed verandert de wereld. Want onze God is ook een God die van verandering en creativiteit en vooruitgang houdt. Dan staat alles op een juiste plaats en in een juist perspectief: God die de God van mensen is en Gods woord dat de mensen persoonlijk en gezamenlijk aanspreekt.

 

“Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.” (ii Tim. 3:16-17)

 

“Elk goed doel” betekent niet de mensen met de Bijbel om de oren te slaan, maar bij te staan, te adviseren, te inspireren, te troosten, de parabels voor te lezen, de Psalmen te zingen. De Barmhartige Samaritaan ging toch ook niet uit de Schriften citeren alvorens het slachtoffer op de weg naar Jericho te helpen. In zijn barmhartigheid vertolkte hij de Schrift in het leven van de medemens, voor het leven van de medemens.

 

Psalmen en parabels, woorden ten leven.